Rond oktober/november vieren Hindoes het Divalifeest. Het feest dat ons oproept om duisternis die in ons zit te verdrijven (overwinnen), zodat het licht dat zich in ons bevindt kan schitteren. Wie dit bereikt, overwint niet alleen zijn ego en valse trots, maar wordt ook een vredelievend, compassievol en dienstbaar mens. Dit is één van de grootste wordingsidealen binnen de Hindoefilosofie.

Op deze dag richten we ons in gebed, mantrarecitatie en puja (offerceremonie) tot Laksmi Mata; de goddelijke vorm, die ons geluk schenkt in de vorm van gezondheid en materiële rijkdom. Maar zou het niet heel erg fijn zijn als we op deze mooie dag waarop de bloei van ons innerlijk zo centraal staat, in plaats voor ons eigen geluk, bidden voor het geluk van anderen? Zoals dat van familieleden, buren of vrienden waarop we boos zijn omdat ze ons verdriet hebben gedaan of ons gekwetst hebben.

Wij zijn allemaal kleine lichtjes van God, als we elkaar vasthouden kunnen wij de wereld verlichten. Divali betekent letterlijk: een krans of een snoer van lichtjes.

Het licht, dat ben jij, maar ook die ander

In ieder van ons zit licht dat van Bhagvaan (God) afkomstig is. Via dit licht verbindt God zich met eenieder op deze wereld. In onze essentie zijn we dus allemaal hetzelfde en broeders en zusters van elkaar. Dat lichtje van God in ons is niets anders dan Zijn universele onvoorwaardelijke liefde voor iedereen. Maar als God zich door middel van universele liefde zich met eenieder onvoorwaardelijk verbindt, waarom zouden wij mensen die dezelfde universele liefde in ons hebben, elkaar uitsluiten, met elkaar in onmin leven, elkaar kwetsen en jarenlang boos op elkaar zijn? Is dat niet een miskenning van onze eigen essentie? Ons innerlijke Goddelijk licht in de vorm van universeel liefde? En is het niet diezelfde miskenning die zegt dat we beter zijn dan die ander? Dat die ander niet de moeite waard is of dat die ander mijn vijand is?

Dat lichtje van God uit zich in de dagelijkse praktijk als liefde, vergeving, solidariteit, compassie en vriendschap.

Zolang jij gescheiden van die ander leeft, is de ruimte tussen jou en die ander groot. Zo groot zelfs dat jouw licht aan de ene kant en zijn licht aan de andere kant niet in staat zijn de ruimte tussen jullie beide te verlichten. Tussen jullie beide is er dan duisternis; in de vorm van bijvoorbeeld boosheid en onbegrip. Maar als jullie elkaar “vasthouden”, dus een zogenaamde onafgebroken snoer van lichtjes vormen, dan wordt de ruimte tussen jullie in verlicht en is er geen duisternis meer tussen jullie. Dit schept ruimte voor je innerlijke en Goddelijk licht om zich te uiten. Dat gebeurt in de vorm van: vergeving aan jezelf en anderen, liefde voor elkaar en het gevoel van verbonden te zijn met die ander.

Divali een feest van vergeving en het opnieuw beginnen van vriendschappen en familierelaties.

Voor jou is het besef dat we allemaal lichtjes van God zijn en dus in essentie een gezamenlijke oorsprong hebben wellicht voldoende om de ander “vast te houden, te omarmen” of je met de ander verbonden te voelen. Maar hoe krijg je die ander, die misschien geen Divali viert en geen besef heeft van onze gezamenlijke oorsprong zover? Door op deze dag voor hem/haar aan Laksmi Mata te vragen hem/haar te zegenen en geluk en gezondheid te schenken. Want wie de zegening van Laksmi Mata ontvangt, wordt bewust van zijn/haar innerlijk licht. Als natuurlijk gevolg hiervan ontwikkelt hij/zij gaandeweg een besef van verbondenheid met anderen. En zal hij/zij jouw uitgestoken hand als vanzelf vasthouden. Een Subh Divali voor jou en jouw geliefden!